Berylgroep

Verschillende kleurvarianten van beryl worden als sier- en edelstenen gebruikt. De meeste beryl kleuren worden aangeduid met de naam edelberyl.

Er zijn echter twee kleuren die een eigen benaming hebben namelijk Smaragd (groen) en Aquamarijn (blauw).

 

Smaragd

De naam smaragd komt voort uit het Griekse ‘smaragdos’ en betekent groene steen.

Zoals in de oudheid wel vaker het geval was werd de benaming smaragd niet alleen voor groene beryl gebruikt

maar werden alle edelstenen met een groene kleur als smaragd betiteld.

 

Smaragd wordt gezien als de edelste soort binnen de berylgroep en heeft een unieke groene kleur die zeer goed bestand is tegen licht en warmte.

De vaak onregelmatige kleurverdeling verandert pas bij temperaturen boven de 700 graden De kleurgevende stof in smaragd is chroom en soms vanadium.

Het meest gezocht zijn donkergroene exemplaren.

 

Doorzichtigheid komt alleen bij stenen van de hoogste kwaliteit voor, het grootste deel van de stenen zijn vertroebeld door insluitsels.

Zolang de insluitsels de glas en kleur van de stenen niet teveel beïnvloeden worden deze meestal niet als fouten beschouwd maar eerder als bewijzen van echtheid en karakter.

In de handel wordt vaak gesproken over het ‘jardin’ (tuin in het Frans) in de steen.

 

Smaragd is mede door de vaak voorkomende spanningsscheurtjes gevoelig voor druk en enigszins bros.

 

Het winnen van smaragd

De belangrijkste afzettingen van smaragd liggen in Colombia.

De mooiste kwaliteit donkergroene smaragd wordt gevonden in de mijn van Muzo,

ten noordwesten van Bogotá dia al in de Inca-tijd werd ontgonnen en na enige tijd in vergetelheid te zijn geraakt in de 17e eeuw opnieuw werd ontdekt.

Grote hoeveelheden gesteente wordt met gebruik van stangen, explosieven en grondverzetmaterialen losgemaakt om vervolgens met de hand gesorteerd te worden.

 

 

Een andere belangrijke mijn, die ook al in de Inca-tijd in gebruik was is de Chivormijn ten noordoosten van Bogotá.

Hooguit een derde van de Colombiaanse smaragden is slijpwaardig en goede kwaliteit is zeer zeldzaam.

Exemplaren die groter zijn dan een knikker zijn bijna altijd dwarsgebroken of minderwaardig.

 

Sinds het begin van de jaren ’80 wordt smaragd ook in Brazilië gewonnen.

Deze stenen zijn meestal een stuk lichter van kleur maar aanzienlijk minder insluitsels.

Ook in Zimbabwe en Zuid-Afrika wordt smaragd gedolven maar hiervan is slechts 5 procent van een goede kwaliteit.

Het grootste deel wordt daarom dan ook tot cabochons geslepen.

De smaragdafzettingen uit de Oeral leveren tegenwoordig nog zelden iets op,

en nog dichter bij huis in Oostenrijk en Noorwegen worden uitsluitend exemplaren gevonden die voor mineralenverzamelaars van belang kunnen zijn.

 

Het bewerken van smaragd

Door de brosheid van smaragd en de gevoeligheid voor schokken werd voor smaragd een trappenslijpsel ontwikkeld waarbij de vier hoeken worden afgerond.

 

 

Deze vorm is tegenwoordig bekend onder de naam ‘smaragdslijpsel’.

Heldere exemplaren van hoge kwaliteit worden ook wel met het briljantslijpsel verwerkt.

De troebele stenen worden hooguit geslepen tot cabochons.

Nadat het slijpen van diamanten in toenemende mate in India plaatsvond zijn in Israël een aantal slijperijen zich volledig op het specialisme van het smaragdslijpsel gaan toeleggen.

 

Imitaties en namaak

Vanwege de waarde van smaragd komen er verschillende doubletten in de handel voor.

Het grootste deel bestaat uit twee delen kleurzwakke stenen zoals bijvoorbeeld bergkristal die met een smaragdgroene kit aan elkaar gelijmd zijn.

Het onderste deel kan ook synthetisch spinel of glas zijn.

Door de insluitsels in de bovenste laag lijken deze doubletten erg goed op echte smaragden.

Al sinds 1850 zijn er verschillende methoden ontwikkeld om synthetische smaragden te maken.

Kunstmatige stenen kunnen van echte onderscheiden worden doordat deze ultraviolet licht van korte golflengte doorlaat terwijl natuurlijk smaragd dit niet doet.

Om kleine scheurtjes en oppervlakkige foutjes te verdoelen worden smaragden soms met kunsthars behandeld of in een speciale olie gedoopt.

 

Aquamarijn

Aquamarijn, Latijns voor ‘water van de zee’ heeft zijn naam te danken aan de sterke gelijkenis met de kleur van zeewater.

De stof die aquamarijn van deze betoverende kleur voorziet is ijzer.

Er zijn verschillende benamingen die de kwaliteit en oorsprong van de stenen aanduiden.

Santa Maria: Dit zijn zeer goede aquamarijnen afkomstig uit de gelijknamige mijn in Ceará in Brazilië.

Santa Maria Africana: Dit zijn goede kwaliteit aquamarijnenafkomstig uit Mozambique.

Maxixe-aquamarijnen: Dit zijn donkerblauwe aquamarijnen die overduidelijk een behandeling hebben ondergaan om deze kleur te verkrijgen.

De kleur is niet kleurecht en kan onder invloed van ondermeer zonlicht langzaam verbleken.

 

      

 

Het winnen van aquamarijn

De belangrijkste afzettingen van aquamarijn zijn te vinden in Brazilië aangezien de beroemde afzetting in de Oeral tegenwoordig nagenoeg is uitgeput.

Er zijn exemplaren gevonden die tot wel enkele tonnen wogen, maar deze waren allemaal ondoorzichtig en grijs waardoor ze absoluut niet te slijpen zijn.

Aquamarijn wordt voornamelijk rechthoekig of langwerpig in trappen- of scharenslijpsel bewerkt.

Troebele stenen die een mooie kleur bevatten worden tot cabochon of kralen geslepen.